In deze editie van Flemish Review de la Poëzie vind je:
In Memoriam Baron
door Lucienne Stassaert
Noordkreet: 11 onder 35
door Benjamin De Roover
Sinds november beproeven mijn partner en ik ons literaire geluk in Amsterdam. We wonen elk in een andere vleugel van de stad maar doorkruisen wekelijks samen het hart van dit vermeende literaire centrum, op zoek naar wat de mainstream zichzelf voorhoudt en hoe ze dat zelfbeeld in stand houdt. Een paar weken terug wezen enkele vrienden ons op het evenement 11 onder 35. De lancering van een nieuwe anthologie bij Uitgeverij Pluim, naar voorbeeld van de 20 under 40-selectie van het Britse tijdschrift Granta. Het leek op het eerste gezicht een typisch voorbeeld van de wat impotente anglofilie die de Nederlandse letteren plaagt, maar ik was hoopvol dat er een spannende selectie uit de bus was gekomen. Al bij het doorbladeren van de introductie van het boek begon ik me zorgen te maken. De jury was geen meerkoppige, zoals bij Granta, maar Marja Pruis had solo als rechter, jury en beul het lot van de Nederlandse letteren in handen. Een iet of wat uitgewerkte analyse van hoe de Nederlandstalige letteren (en met hen Nederland en Vlaanderen) waren veranderd de laatste jaren en hoe jonge auteurs daar al dan niet op hadden gereageerd, ontbrak volledig in de introductie van het boekje. Ik begon het ergste te vrezen.
Wat serveerde de avond in De Nieuwe Liefde ons uiteindelijk voor de scherpe entreeprijs van 13,50 euro? Allereerst Connie Palmen, die een speech bracht over ‘je eigen stem vinden’. Heropgewarmd voer zo bleek. De speech was eerder gebracht en nu herhaald op aansporing van uitgever van der Pluijm. Zo geschiedde een met katholieke kitsch gelardeerd samenraapsel over autonomie. Ok, prima. Dan kwam het vermeende moment suprême, de bekendmaking van de namen. Marja Pruis kwam aan het woord. Geen motivatie van de selectie, geen analytisch woord over de oeuvres. Het publiek kreeg alleen een cirkelredenering te vreten: ‘dit zijn de beste dus ik selecteerde ze, ze zijn de beste omdat ik ze heb geselecteerd’ en een ondergraving van de inderdaad bespottelijke leeftijdsgrens ‘ik debuteerde zelf op 39’. Daarna werden de namen bekend gemaakt. Niet met enige grandeur voorgelezen, dat zou te simpel geweest zijn. Het publiek werd onderworpen aan een uiterst knullig filmpje, met rechtenvrij vioolgehuil eronder gemonteerd. De auteurs in al hun glorie als statische zwart-wit foto’s onhandig achter elkaar geplakt met transitie-effecten laatst hip in het jaar dat Connie Palmen debuteerde. Mijn partner kon haar lach niet inhouden. We waren verbijsterd. Slechts 6 van de 11 geselecteerden (Lale Gül, Aya Sabi, Thomas Heerma van Voss, Nikki Dekker, Tom Hofland, Jante Wortel) werden voor een arbitrair fotomoment als slachtvee het podium opgejaagd en een bos bloemen in de handen geduwd (waar de anderen waren werd niet duidelijk). Niks werd over hun werk gezegd, geen van hen sprak en ze mochten meteen weer hun stoel op.
Geen recht tot spreken voor de genomineerden. In plaats daarvan werden we onderworpen aan het driemanschap van de kritische middelmaat, Charlotte Witteman-Remarque, AngloJoost De Vries en Ellen FC Twente Deckwitz, ook bekend als BoekenFM. Zij lieten hun kleine knetterende schedels los op banale stellingen, gingen opnieuw totaal niet in op de geselecteerde auteurs, kwamen bij een vraag over het waarom van schrijven niet verder dan ego en aandacht. Het dreigde nog even spannend te worden door één vraag uit het publiek, maar die was niet opgewassen tegen het wanbegrip van het edele trio. Einde avond. Het voelde allemaal als een kladderadatsch aan gemiste kansen, een slecht uitgedacht geheel dat meende even de claim te leggen op de toekomst van de Nederlandse letteren zonder zelfs geïnteresseerd te zijn in haar heden. Men eist van de ‘jonge’ auteurs dat ze stil en fotogeniek zijn. Ondertussen babbelt de babbelende klasse ter vergoeding de stilte vol. Zie daar de dwaze smoel van de literaire mainstream.
Brief aan Tom Lanoye
door Mathijs Tratsaert
Dag Tom,
Je won deze week de Prijs der Nederlandse Letteren, gefeliciteerd. Volgens het juryverslag is je werk ‘onvermoeibaar geëngageerd’ en ‘permanent reflecterend op de vraag hoe geëngageerde kunst eruit kan zien’. Die woorden hebben me de voorbije dagen zitten steken. Ik merk dat ik ze je niet kan gunnen en vraag me af waarom. Wat betekent dat precies, een geëngageerd schrijver zijn? Is het iets anders dan een geëngageerd verpleger zijn, of een geëngageerd schrijnwerker? Zo lijkt het wel, want er bestaan geëngageerde boeken, theaterstukken en columns, maar geen geëngageerde nierdialyses of dressoirkasten. De relatieve autonomie van wat wij produceren maakt dat ons engagement anders is dan dat van andere beroepsgroepen. Ik denk al een tijdje dat we ons te veel hebben teruggetrokken in dat verschil, en dat jij, ondanks je imago van links of progressief auteur, dat ook doet. Daarom blijven de woorden van de jury ronddraaien in mijn hoofd.
Ik laat mezelf soms wegdrijven in een alternatieve geschiedenis van de Vlaamse literatuur, een parallelle werkelijkheid waarin jij andere keuzes maakte. In plaats van te publiceren bij Mai Spijkers (ondertussen een miljonair, net als jij) richtte je een linkse, coöperatieve uitgeverij op die vandaag, mede dankzij het kapitaal dat jij en Brusselmans bijeen schreven, een centrum is van het literaire en intellectuele leven in Vlaanderen. Jullie geven een blad uit dat al drie decennia geldt als broedplaats voor linkse denkers en activisten en vormden zo een generatie politici die de literatuur nu beschermt tegen de homogeniserende werking van de markt. In mijn fantasie blader ik door heruitgaven van vergeten Vlaamse socialisten, marxisten en feministen en door de boeken van hedendaagse schrijvers en vertalers wiens namen ik nooit zal kennen. Het had zomaar gekund, nee? Je kende de sociale geschiedenis van de vroege Vlaamse beweging en wist wat er op het spel stond, en enkele van je eerste boeken verschenen bij uitgeverij Kritak, een gemeenschap van progressieve auteurs die als fundament voor de coöperatie had kunnen dienen.
Het is natuurlijk nooit te laat om je te engageren. Ik bedoel daarmee dus iets anders dan het aanvallen van conservatieve politici in een krant of laatavondshow. Het gaat voor mij over het werk doen en de offers maken om van je eigen omgeving, die stukjes van de wereld waarin jij bent ingebed, een meer communale, solidaire en menselijke plek te maken. Jij was decennialang als geen ander ingebed in de Vlaamse letteren. Die zijn nu desolaat en vermarkt. Hier zijn geweldige jonge schrijvers aan het werk, maar zij verdwijnen in de arbeidsmarkt omdat er te weinig uitgeverijen, te weinig tijdschriften, te weinig instituten zijn om hen te ondersteunen. Ik denk niet dat dit de letteren zijn die jij en je vrienden van onze voorgangers hebben geërfd. Zou het kunnen dat jullie in de jaren tachtig met jullie boeken naar Nederland zijn getrokken omdat het hier te parochiaal, te verzuild, te beklemmend was? En jullie daarmee iets achterlieten dat eigenlijk hernieuwd had moeten worden, iets waar voor gezorgd moest worden? Waarom hebben jullie dat niet gedaan? De uitgeverijen hielden ermee op, het aantal tijdschriften slonk. Veel geld moet in Nederland zijn verdwenen en verdwijnt daar nog steeds. Ik vind de brokken van Vlaamse literaturen in tweedehandsboekenwinkels, bibliotheken en archieven. Volgens mij was het bijzonder, maar ik ben het niet zeker want mijn geheugen bestaat uit diezelfde brokken.
Er is een mooie foto waarop jij naast Gerard Walschap, Hugo Claus en Walter van den Broeck zit. Over dat beeld schreef Matthijs de Ridder dat het een erflijn blootlegt: Walschap had zich losgeschreven van de katholieke zuil en daarmee de verzelfstandiging van de Vlaamse literatuur ingezet die Claus, Van den Broeck en jij verder realiseerden. De verzelfstandiging van de literatuur – dat klopt natuurlijk niet. De ideologische alliantie tussen de letteren en de media is vervangen door een mercantiele alliantie, en niemand vertegenwoordigt die in Vlaanderen beter dan jij. Daar ben je trots op, ik weet het. Voor mij is dit regime even doortrapt, gemeen, lasterlijk en lelijk als de oude literaire wereld was voor jou, de literatuur die jij in het gezicht spuwt in je vroege essayistiek. Maar ik ga jou niet in het gezicht spuwen. Ik voel dat ik dit schema van acties en reacties moet proberen ontbinden, niet verderzetten.
En Tom, dat andere beeld, waarop jij en René in het Antwerpse stadhuis als een van de eersten in dit land jullie handtekening zetten onder een samenlevingscontract en zo het homohuwelijk mee mogelijk maakten, dat draag ik met me mee. Maar een geëngageerd schrijver? Nee, dat ben je niet voor mij. Daarvoor heb je je te weinig geëngageerd met je communale en institutionele bedding, die nu de mijne is. Ik ben aan het uitzoeken hoe dat moet, zorg dragen daarvoor. Misschien kunnen we het hier binnenkort over hebben, als je op het continent bent voor de ontvangst van je prijs. En neem je 60.000 euro mee, dan beginnen we samen die linkse, coöperatieve uitgeverij.
Hartelijks,
Mathijs
Overzicht van literaire evenementen, nieuwe bundelpublicaties, vertalingen en secundair werk
Evenementen (maart- april)
20 maart, Auw La met Dewi De Nijs Bik en Pepijn Daenekynt (Gent)
21 maart, Boekvoorstelling De levens van Claus. Mark Schaevers gaat in gesprek met Melissa Giardina, met optredens van Tom Lanoye en Johannes Is Zijn Naam (Gent)
21 maart, Uitreiking Herman de Coninckprijs 2024 (Antwerpen)
22 maart, Rencontre et lecture poétique multilingue met Somaia Ramish en Cécile Oumhani (Lille)
23 maart, Rencontre / performance van de nieuwe bundel van Joëlle Sambi, Et vos corps seront caillasses (Brussel)
28 maart, Soirée Poésie met Eva Manusco, Zaïneb Hamdi en Mel Moya (Brussel)
31 maart, électro-poème. Simon Johannin presenteert samen met muzikant Laurent Ta zijn nieuwe boek Ici commence un amour (Brussel)
7 april, Lancering van Sabir #6 (Brussel)
23 april, Uitgelezen met Angelo Tijssens, Melissa Giardina, Abbie Boutkabout en Ibe Rossel. (Gent)
27 april, Tot U - Slotshow van Mustafa Körs mandaat als Dichter des Vaderlands met Lisette Lombé, Rick de Leeuw, Johannes Genard, Erhan Demirci (Leuven)
30 april, Meet the Writer: Eileen Myles (Brussel)
Nieuwe bundels
Martín Zícari, Oostende (Paripé Books, november)
Maarten Embrechts, Les mots qu’il faut (Blue d’encre, december)
Marie Darah, Meutes (Les Midis De La Poesie, december)
Anne Versailles, tout dévale (Le Chat Polaire, januari)
Joris Iven, Onderdak (Uitgeverij P, januari)
Laurence Skivée, Os cuillère (Lettre Volee, januari)
Het gras lacht groen (bloemlezing van Vlaamse en Nederlandse klimaatverzen- en verhalen) (Uitgeverij De Eenhoorn, februari)
Joëlle Sambi, et vos corps seront caillasses (L’Arche, februari)
Mel Moya, Mater Dolorosa (L’arbre de Diane, februari)
Silke Peeters, Harder dan de zee (Uitgeverij P, februari)
Tristan Sautier en Laurence Skivée, Engorgements, dégorgements (trois suites) (Bleu d’encre, februari)
Lisette Lombé, Laaien Laaien Laaien / Brûler Brûler Brûler (PoëzieCentrum, maart)
Mustafa Kör, Tot u / Vers vous / An dich (PoëzieCentrum, maart)
De 44 beste gedichten van de Herman de Coninckprijs 2024 (Behoud de Begeerte / PoëzieCentrum, maart)
Margreet Schouwenaar, Dat ijsberen eieren eten (Uitgeverij P, maart)
Jan M. Meier en Evelien Sergeant, Verstrengelingen (Uitgeverij P, maart)
Nieuw secundair werk
René Smeets, Weg met Neruda! (Uitgeverij P, februari)
Nieuwe vertalingen
Antonio Gamboneda (Spanje), Brand in het onzichtbare, vert. Bart Vonck (Uitgeverij P, februari)
Pabro Neruda (Chili), Twintig liefdesgedichten en een wanhoopslied, vert. René Smeets (Uitgeverij P, februari)
Yu Kwang-chung (Taiwan), De nachtwaker, vert. Silvia Marijnissen (PoëzieCentrum, maart)
Niet te missen
Arnon Grunberg interviewt biograaf Mark Schaevers over leven en werk van Hugo Claus in De Balie
Nieuwe poëzie van Ricardo Domèneck, vertaald door Harrie Lemmens
Sabir #6, het nieuwste nummer van het beste literaire tijdschrift van Franstalig België (staat nog niet op de website maar ligt al in de winkel)